Een persoon van 55 jaar of ouder, behorende tot de bevolking van Nederland, die in november aan het begin van de verslagperiode geen inkomensbron heeft of als voornaamste persoonlijke inkomen een andere bron dan pensioen en die een jaar later in november pensioen als voornaamste inkomensbron heeft. Pensioen omvat uitkeringen in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW), werkgerelateerde pensioenen, nabestaandenpensioenen, lijfrenten en uitkeringen in het kader van de Algemene nabestaandenwet (ANW).
Terug naar artikel